In tijden van transitie is er groot geworstel met het niet-weten van dingen. Het niet-weten van de nieuwe richting.
Het niet-weten van wat ‘niet meer’.
Het niet-weten van de volwaardige nieuwe betekenis.

Of: timing! 
Want wanneer weten we het dan weer wél?

In het (bege)leiden van anderen, denken we het vaak te moeten ‘weten’ voor anderen. Transitie moeten we toch kunnen oplossen? 
Het begeleiden van jezelf, mensen en teams in de fase van niet-weten, vraagt ook om je eigen bewustzijn over wat dit van jou vraagt. Welke emotie roept het niet-weten bij jou op? Wil je hier gaan fixen, geruststellen; het zo snel mogelijk helder krijgen? Of wil je hier openen? Ruimte geven..

En zelfs als het nieuwe helder is geworden, groeit weer ongemak. Want hoe willen we nu gaan handelen? Hoe gaat het nieuwe écht tot leven komen? Een nieuw (nog) niet-weten..

Er moet weer een nieuwe menselijke bedding gecreëerd worden, met nieuw gedrag, nieuw denken. En nieuw voelen.

Deze vraag helpt iedereen daar doorheen te bewegen:

“Wat vraagt het nieuwe (van jou), dat het oude nooit nodig had?”

Een vraag die je jezelf kan stellen, of iemand / een groep die je begeleidt in een verandering. Wat deze vraag doet is mensen diep zíén. En bewust maken van kwaliteiten die schuiven. Waardoor er weer opnieuw gekozen kan worden.

Die nieuwe keuze brengt altijd weer beweging. Vanbinnen uit.

Stay heartsmart,
Doran